
Samenvatting van de Hoogtepunten van 2024
Designarchief Hella Jongerius.
Credits: Roel van Tour 2024.
TextielMuseum
2024 was een jaar van aanzienlijke groei, innovatie en internationale erkenning voor het TextielMuseum. Zowel de museale publieksprogrammering als de initiatieven van het TextielLab versterkten de positie van het museum als een vooraanstaand instituut op het gebied van erfgoed, kunst, design, innovatie en kennisdeling.

Het TextielMuseum was daarnaast een belangrijke ontmoetingsplek voor kennis en educatie. In 2024 verwelkomde het museum 74.461 bezoekers, waarvan 12.466 afkomstig uit het onderwijs, wat de waarde van de educatieve en publieksgerichte programmering onderstreept. Programma’s zoals Museumgasten, het Professionals Programma en het Familievakantieprogramma maakten het museum toegankelijk voor een breed publiek. Deze initiatieven versterkten de relatie tussen het museum en haar bezoekers, die niet alleen voor de tentoonstellingen kwamen, maar ook voor het overige aanbod. Het grote aantal bezoekers bevestigt de aantrekkingskracht van het TextielMuseum als plek die mensen van verschillende leeftijden en achtergronden weet te inspireren. De positieve bezoekerservaring werd verder versterkt door de erkenning van de TextielShop, die werd uitgeroepen tot de nummer 1 museumshop ter wereld, een getuigenis van de van de hoge kwaliteit van de dienstverlening en gastvrijheid.

Aan het einde van 2024 was het TextielLab in staat om zijn internationale positie verder te verstevigen. Dankzij structurele steun van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap als ontwikkelinstelling binnen de nationale culturele basisinfrastructuur (BIS), kan het TextielLab zich tussen 2025 en 2028 verder ontwikkelen als een toonaangevende plek voor de ontwikkeling van textiel als medium, discipline en cultureel erfgoed. Deze steun biedt een stevige basis voor de voortdurende innovaties en projecten binnen het TextielLab. In 2024 werden langlopende R&D-trajecten verdiept en afgerond en werd de werkplaats van het TextielLab opgeruimd en geherstructureerd om de efficiëntie en impact te vergroten. Via een intensief programma van symposia, werksessies en kunstenaarsgesprekken werden professionals binnen de textiel- en designwereld met elkaar verbonden, wat de netwerken van het TextielLab versterkte. Er werd ook geïnvesteerd in de communicatie met professionals door de ontwikkeling van nieuwsbrieven en de website, en door de organisatie van evenementen voor kennisuitwisseling. Internationaal was het TextielLab opnieuw goed vertegenwoordigd. Het Lab toonde werk op prestigieuze evenementen, zoals de Biënnale van Venetië en Salone del Mobile in Milaan, en kreeg wereldwijde erkenning dankzij de tentoonstelling van Otobong Nkanga’s indrukwekkende wandkleed in het Museum of Modern Art (MoMA) in New York. Deze exposure bevestigde de rol van het TextielLab als pionier op het gebied van textiel en design.

Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap gaf groen licht voor de structurele ondersteuning van het Rijk, waardoor het TextielMuseum de komende vier jaar de instelling verder kan uitbouwen als toonaangevende plek voor de ontwikkeling van textiel als medium, discipline en cultureel erfgoed kan voortzetten.

2024 kende een bijzonder rijk tentoonstellingsaanbod, waarin het publiek zowel de museumcollectie als nieuwe aanwinsten, geproduceerd in het Lab, kon ervaren. Een van de belangrijkste hoogtepunten was de succesvolle programmering van tentoonstellingen zoals Is It Alive?, Makersgeheimen #4 en SHAPE – body, fashion, identity. Deze tentoonstellingen trokken een breed publiek en ontvingen lovende kritieken in de media. Ze legden afwisselend de verbinding tussen kunst, wetenschap en technologie en boden bezoekers een vernieuwende en diepgaande kijk op textiel in relatie tot onder andere mode en identiteit. Deze programmering benadrukte niet alleen de artistieke waarde van textiel, maar ook de maatschappelijke en culturele relevantie van het medium.

Het in 2024 aangescherpte collectieprofiel van het museum kwam tot uiting in tentoonstellingen, aankopen en in de onderzoeken rond de Collectie Driessen en de revisie van oude machines. Tegelijkertijd werd de museumcollectie verrijkt door de verwerving van het textiel designarchief van Dutch Design-icoon Hella Jongerius, De collectie, met de toevoeging van dit belangrijke archief, biedt een waardevolle bron van kennis voor professionals, zowel binnen het Lab als daarbuiten. De lancering van het Young Talent Platform was een ander belangrijke gebeurtenis in 2024. Het platform biedt jonge ontwerpers de kans om hun werk te presenteren en zich verder te ontwikkelen binnen de context van het museum. Dit initiatief benadrukte het engagement van het TextielMuseum om jonge talenten te ondersteunen en de toekomst van textielontwerp en -innovatie te stimuleren.

De voorbereidingen voor de verbouwing van het TextielMuseum, in combinatie met het naastgelegen Dröge-complex, zijn in volle gang. Daarvoor heeft het TextielMuseum het Strategisch Plan TextielMuseum van de Toekomst ingediend, en op 27 mei 2024 heeft de gemeenteraad van Tilburg unaniem goedkeuring gegeven voor het voorbereidingskrediet, waarmee de volgende fase van het project van start kan gaan. De gemeente bereidt dit voor; naar verwachting start deze begin 2025. Daarnaast onderzoekt de gemeente de mogelijkheid om een centrale depotvoorziening te realiseren op een locatie in Tilburg die binnenkort vrijkomt. Er lopen gesprekken over de aanpak, financiële kaders en de planning van deze depotvoorziening, die nauw verband houden met de bredere planning voor de vernieuwbouw. In dit kader heeft het TextielMuseum ook afspraken gemaakt met de VriendenLoterij, waarbij de ontvangen donaties specifiek zullen worden ingezet voor de herinrichting van de museale presentaties in de toekomst.

Met de gemeente zijn in 2024 ook gesprekken gevoerd over de subsidiebijdragen en onderwerpen waarover afspraken hetzij opnieuw vastgelegd moeten worden of waarover het TextielMuseum afspraken wil maken met de gemeente. Dit legt het TextielMuseum vast in een afsprakenoverzicht. Het belangrijkste doel daarbij is te komen tot een sluitende meerjarenbegroting. Belangrijke componenten zijn historisch gestegen kosten die niet of nauwelijks beïnvloedbaar zijn voor het museum. Zoals collectiebeheer, energie en personeelskosten alsook voorbereidingskosten voor de nieuwe depotvoorziening en de transitiekosten vanwege de uithuizing/inhuizing van de verbouwing. Daarnaast brengen de gezamenlijke hogere ambities ook hogere kosten met zich mee, en levert de vernieuwbouw ook voordelen op zoals het aantrekken van meer bezoekers. De benodigde bijdragen voor deze extra kosten zijn opgenomen in de subsidieaanvraag voor het Cultuurplan 2025-2028, die medio 2024 is ingediend bij de gemeente. Inmiddels is duidelijk welke subsidiebijdragen wel en welke niet zijn opgenomen in de gemeentelijke begroting voor 2025 en verder. Met de gemeente is vervolgens afgesproken dat in het voorjaar 2025 een extern onderzoek plaatsvindt naar het ontstaan van de structureel gestegen kosten, welk deel daarvan al is opgelost in de afgelopen jaren en hoe voor het resterende deel nog een oplossing moet worden gevonden.

2024 was een jaar van aanzienlijke groei, innovatie en internationale erkenning voor het TextielMuseum. Zowel de museale publieksprogrammering als de initiatieven van het TextielLab versterkten de positie van het museum als een vooraanstaand instituut op het gebied van erfgoed, kunst, design, innovatie en kennisdeling.

2024 kende een bijzonder rijk tentoonstellingsaanbod, waarin het publiek zowel de museumcollectie als nieuwe aanwinsten, geproduceerd in het Lab, kon ervaren. Een van de belangrijkste hoogtepunten was de succesvolle programmering van tentoonstellingen zoals Is It Alive?, Makersgeheimen #4 en SHAPE – body, fashion, identity. Deze tentoonstellingen trokken een breed publiek en ontvingen lovende kritieken in de media. Ze legden afwisselend de verbinding tussen kunst, wetenschap en technologie en boden bezoekers een vernieuwende en diepgaande kijk op textiel in relatie tot onder andere mode en identiteit. Deze programmering benadrukte niet alleen de artistieke waarde van textiel, maar ook de maatschappelijke en culturele relevantie van het medium.

Het TextielMuseum was daarnaast een belangrijke ontmoetingsplek voor kennis en educatie. In 2024 verwelkomde het museum 74.461 bezoekers, waarvan 12.466 afkomstig uit het onderwijs, wat de waarde van de educatieve en publieksgerichte programmering onderstreept. Programma’s zoals Museumgasten, het Professionals Programma en het Familievakantieprogramma maakten het museum toegankelijk voor een breed publiek. Deze initiatieven versterkten de relatie tussen het museum en haar bezoekers, die niet alleen voor de tentoonstellingen kwamen, maar ook voor het overige aanbod. Het grote aantal bezoekers bevestigt de aantrekkingskracht van het TextielMuseum als plek die mensen van verschillende leeftijden en achtergronden weet te inspireren. De positieve bezoekerservaring werd verder versterkt door de erkenning van de TextielShop, die werd uitgeroepen tot de nummer 1 museumshop ter wereld, een getuigenis van de van de hoge kwaliteit van de dienstverlening en gastvrijheid.

Het in 2024 aangescherpte collectieprofiel van het museum kwam tot uiting in tentoonstellingen, aankopen en in de onderzoeken rond de Collectie Driessen en de revisie van oude machines. Tegelijkertijd werd de museumcollectie verrijkt door de verwerving van het textiel designarchief van Dutch Design-icoon Hella Jongerius, De collectie, met de toevoeging van dit belangrijke archief, biedt een waardevolle bron van kennis voor professionals, zowel binnen het Lab als daarbuiten. De lancering van het Young Talent Platform was een ander belangrijke gebeurtenis in 2024. Het platform biedt jonge ontwerpers de kans om hun werk te presenteren en zich verder te ontwikkelen binnen de context van het museum. Dit initiatief benadrukte het engagement van het TextielMuseum om jonge talenten te ondersteunen en de toekomst van textielontwerp en -innovatie te stimuleren.

Aan het einde van 2024 was het TextielLab in staat om zijn internationale positie verder te verstevigen. Dankzij structurele steun van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap als ontwikkelinstelling binnen de nationale culturele basisinfrastructuur (BIS), kan het TextielLab zich tussen 2025 en 2028 verder ontwikkelen als een toonaangevende plek voor de ontwikkeling van textiel als medium, discipline en cultureel erfgoed. Deze steun biedt een stevige basis voor de voortdurende innovaties en projecten binnen het TextielLab. In 2024 werden langlopende R&D-trajecten verdiept en afgerond en werd de werkplaats van het TextielLab opgeruimd en geherstructureerd om de efficiëntie en impact te vergroten. Via een intensief programma van symposia, werksessies en kunstenaarsgesprekken werden professionals binnen de textiel- en designwereld met elkaar verbonden, wat de netwerken van het TextielLab versterkte. Er werd ook geïnvesteerd in de communicatie met professionals door de ontwikkeling van nieuwsbrieven en de website, en door de organisatie van evenementen voor kennisuitwisseling. Internationaal was het TextielLab opnieuw goed vertegenwoordigd. Het Lab toonde werk op prestigieuze evenementen, zoals de Biënnale van Venetië en Salone del Mobile in Milaan, en kreeg wereldwijde erkenning dankzij de tentoonstelling van Otobong Nkanga’s indrukwekkende wandkleed in het Museum of Modern Art (MoMA) in New York. Deze exposure bevestigde de rol van het TextielLab als pionier op het gebied van textiel en design.

De voorbereidingen voor de verbouwing van het TextielMuseum, in combinatie met het naastgelegen Dröge-complex, zijn in volle gang. Daarvoor heeft het TextielMuseum het Strategisch Plan TextielMuseum van de Toekomst ingediend, en op 27 mei 2024 heeft de gemeenteraad van Tilburg unaniem goedkeuring gegeven voor het voorbereidingskrediet, waarmee de volgende fase van het project van start kan gaan. De gemeente bereidt dit voor; naar verwachting start deze begin 2025. Daarnaast onderzoekt de gemeente de mogelijkheid om een centrale depotvoorziening te realiseren op een locatie in Tilburg die binnenkort vrijkomt. Er lopen gesprekken over de aanpak, financiële kaders en de planning van deze depotvoorziening, die nauw verband houden met de bredere planning voor de vernieuwbouw. In dit kader heeft het TextielMuseum ook afspraken gemaakt met de VriendenLoterij, waarbij de ontvangen donaties specifiek zullen worden ingezet voor de herinrichting van de museale presentaties in de toekomst.

Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap gaf groen licht voor de structurele ondersteuning van het Rijk, waardoor het TextielMuseum de komende vier jaar de instelling verder kan uitbouwen als toonaangevende plek voor de ontwikkeling van textiel als medium, discipline en cultureel erfgoed kan voortzetten.

Met de gemeente zijn in 2024 ook gesprekken gevoerd over de subsidiebijdragen en onderwerpen waarover afspraken hetzij opnieuw vastgelegd moeten worden of waarover het TextielMuseum afspraken wil maken met de gemeente. Dit legt het TextielMuseum vast in een afsprakenoverzicht. Het belangrijkste doel daarbij is te komen tot een sluitende meerjarenbegroting. Belangrijke componenten zijn historisch gestegen kosten die niet of nauwelijks beïnvloedbaar zijn voor het museum. Zoals collectiebeheer, energie en personeelskosten alsook voorbereidingskosten voor de nieuwe depotvoorziening en de transitiekosten vanwege de uithuizing/inhuizing van de verbouwing. Daarnaast brengen de gezamenlijke hogere ambities ook hogere kosten met zich mee, en levert de vernieuwbouw ook voordelen op zoals het aantrekken van meer bezoekers. De benodigde bijdragen voor deze extra kosten zijn opgenomen in de subsidieaanvraag voor het Cultuurplan 2025-2028, die medio 2024 is ingediend bij de gemeente. Inmiddels is duidelijk welke subsidiebijdragen wel en welke niet zijn opgenomen in de gemeentelijke begroting voor 2025 en verder. Met de gemeente is vervolgens afgesproken dat in het voorjaar 2025 een extern onderzoek plaatsvindt naar het ontstaan van de structureel gestegen kosten, welk deel daarvan al is opgelost in de afgelopen jaren en hoe voor het resterende deel nog een oplossing moet worden gevonden.

Regionaal Archief Tilburg
In 2024 heeft het Regionaal Archief Tilburg een aantal belangrijke hoogtepunten beleefd. Het symposium in maart over schepenbanken in regio Tilburg werd heel goed bezocht. De presentatie van de website tilburgwo2opdekaart.nl was een groot succes. Burgemeester Weterings verrichtte een eerste zoektocht op de nieuwe website. De site toont via digitaal hyperlinked kaarten uit onze collectie de Duitse V-wapens, vliegtuigcrashes, bombardementen en granaatinslagen, plaatsen van verzet en missiehuizen in WOII in Tilburg.
Regionaal Archief Tilburg bracht vijf nieuwe afleveringen uit van de podcast De Depot Show. Daarnaast organiseerde het Regionaal Archief minimaal eens per maand de queerwandeling met een groep van ca. 20 geïnteresseerden. Bezoekers waren weer welkom tijdens de Open Dag, dit jaar voor gemeente Hilvarenbeek. Maar liefst twee heemkundige kringen waren die dag met een informatiekraam aanwezig. Samen met wethouder Machielsen uit Hilvarenbeek opende Regionaal Archief Tilburg de dag.

In januari sloot gemeente Oosterhout als tiende gemeente aan bij het e-depot van Regionaal Archief Tilburg. Daarmee is een belangrijke stap voor hen gezet naar duurzame toegankelijkheid van hun digitale archieven.
In oktober heeft de periodieke regiobijeenkomst plaatsgevonden voor alle deelnemende gemeenten aan Regionaal Archief Tilburg. Tijdens deze regiobijeenkomst is er ruimte voor vragen en worden de gemeenten geïnformeerd over lopende en uitdagende zaken, zoals digitaal informatiebeheer, facturering en producten en diensten. Immers sinds het opstellen van de dienstverleningsovereenkomst in 2015 is er door voortschrijdende digitalisering, wetswijzigingen en een veranderende samenleving het een en ander veranderd in het archiefwezen. De regiobijeenkomst werd goed bezocht.

Ruim 150 mensen deden in 2024 mee aan een landelijk onderzoek over de dienstverlening van Regionaal Archief Tilburg. En met de waardering die het daaruit kregen, is het Regionaal Archief dik tevreden! De medewerkers werden gewaardeerd met een 9,2 (gemiddeld 8,7), iets waar het Regionaal Archief enorm blij mee is! Andere scores die opvallen: 8,1 voor gebruiksvriendelijkheid van zoeken via de website (7,8 gemiddeld), 9 voor informatie via de telefoon (8.3 gemiddeld) en 8,2 (7,8 gemiddeld) voor de mogelijkheden voor online hulp. De chat is niet meer weg te denken uit de dienstverlening.
Er is ook een aantal bijzondere analoge particuliere aanwinsten binnengekomen, waaronder het archief van de Dutch Pipes en Drums in Tilburg, het persoonlijk archief van Ria van Dijk (Luchtbuks Ria) en films uit o.a. Berkel-Enschot van filmer Bart van Rijsewijk. Deze aanwinsten kleuren het beeld van de regionale geschiedenis verder in.

Per 1 september 2024 is een nieuw hoofd aangetreden, waarmee ook de ontwikkeling van een beleidsplan voor de periode na 2025-2026 is gestart. Dit proces vraagt de nodige tijd. Een belangrijke taak van het nieuwe hoofd is het realiseren van een sluitende begroting in 2026. De afgelopen jaren is er extra geïnvesteerd, vooral in digitalisering, omdat de reserves dit mogelijk maakten. Deze reserves zijn nu op het gewenste niveau, en het streven is om dit peil te behouden

In 2024 heeft het Regionaal Archief Tilburg een aantal belangrijke hoogtepunten beleefd. Het symposium in maart over schepenbanken in regio Tilburg werd heel goed bezocht. De presentatie van de website tilburgwo2opdekaart.nl was een groot succes. Burgemeester Weterings verrichtte een eerste zoektocht op de nieuwe website. De site toont via digitaal hyperlinked kaarten uit onze collectie de Duitse V-wapens, vliegtuigcrashes, bombardementen en granaatinslagen, plaatsen van verzet en missiehuizen in WOII in Tilburg.
Regionaal Archief Tilburg bracht vijf nieuwe afleveringen uit van de podcast De Depot Show. Daarnaast organiseerde het Regionaal Archief minimaal eens per maand de queerwandeling met een groep van ca. 20 geïnteresseerden. Bezoekers waren weer welkom tijdens de Open Dag, dit jaar voor gemeente Hilvarenbeek. Maar liefst twee heemkundige kringen waren die dag met een informatiekraam aanwezig. Samen met wethouder Machielsen uit Hilvarenbeek opende Regionaal Archief Tilburg de dag.

Ruim 150 mensen deden in 2024 mee aan een landelijk onderzoek over de dienstverlening van Regionaal Archief Tilburg. En met de waardering die het daaruit kregen, is het Regionaal Archief dik tevreden! De medewerkers werden gewaardeerd met een 9,2 (gemiddeld 8,7), iets waar het Regionaal Archief enorm blij mee is! Andere scores die opvallen: 8,1 voor gebruiksvriendelijkheid van zoeken via de website (7,8 gemiddeld), 9 voor informatie via de telefoon (8.3 gemiddeld) en 8,2 (7,8 gemiddeld) voor de mogelijkheden voor online hulp. De chat is niet meer weg te denken uit de dienstverlening.
Er is ook een aantal bijzondere analoge particuliere aanwinsten binnengekomen, waaronder het archief van de Dutch Pipes en Drums in Tilburg, het persoonlijk archief van Ria van Dijk (Luchtbuks Ria) en films uit o.a. Berkel-Enschot van filmer Bart van Rijsewijk. Deze aanwinsten kleuren het beeld van de regionale geschiedenis verder in.

In januari sloot gemeente Oosterhout als tiende gemeente aan bij het e-depot van Regionaal Archief Tilburg. Daarmee is een belangrijke stap voor hen gezet naar duurzame toegankelijkheid van hun digitale archieven.
In oktober heeft de periodieke regiobijeenkomst plaatsgevonden voor alle deelnemende gemeenten aan Regionaal Archief Tilburg. Tijdens deze regiobijeenkomst is er ruimte voor vragen en worden de gemeenten geïnformeerd over lopende en uitdagende zaken, zoals digitaal informatiebeheer, facturering en producten en diensten. Immers sinds het opstellen van de dienstverleningsovereenkomst in 2015 is er door voortschrijdende digitalisering, wetswijzigingen en een veranderende samenleving het een en ander veranderd in het archiefwezen. De regiobijeenkomst werd goed bezocht.

Per 1 september 2024 is een nieuw hoofd aangetreden, waarmee ook de ontwikkeling van een beleidsplan voor de periode na 2025-2026 is gestart. Dit proces vraagt de nodige tijd. Een belangrijke taak van het nieuwe hoofd is het realiseren van een sluitende begroting in 2026. De afgelopen jaren is er extra geïnvesteerd, vooral in digitalisering, omdat de reserves dit mogelijk maakten. Deze reserves zijn nu op het gewenste niveau, en het streven is om dit peil te behouden

Stadsmuseum Tilburg & Vincents Tekenlokaal
Stadsmuseum Tilburg bracht in 2024 de erfgoedverhalen tot leven door middel van verschillende projecten en activiteiten op diverse locaties in de stad. Het Stadsmuseum participeert ook in het project Koloniaal Verleden, een initiatief van de gemeente waarvoor extra middelen beschikbaar zijn gesteld. Daarnaast heeft het Stadsmuseum bijgedragen aan de ontwikkeling van een businesscase, als vervolg op het onderzoek van de gemeente voor een nieuwe erfgoedvisie voor Tilburg. De besluitvorming hierover wordt verwacht in het voorjaar van 2025.

Als gevolg van deze nieuwe visie werd het programma Vincents Tekenlokaal herzien. De gemeente heeft besloten het beeldend onderwijs uit dit programma onder te brengen bij Factorium in Tilburg. Na gesprekken is overeengekomen dat het tekenlokaal in zijn huidige vorm stopt vanaf 2026, met 2025 als overgangsjaar.

Stadsmuseum Tilburg bracht in 2024 de erfgoedverhalen tot leven door middel van verschillende projecten en activiteiten op diverse locaties in de stad. Het Stadsmuseum participeert ook in het project Koloniaal Verleden, een initiatief van de gemeente waarvoor extra middelen beschikbaar zijn gesteld. Daarnaast heeft het Stadsmuseum bijgedragen aan de ontwikkeling van een businesscase, als vervolg op het onderzoek van de gemeente voor een nieuwe erfgoedvisie voor Tilburg. De besluitvorming hierover wordt verwacht in het voorjaar van 2025.

Als gevolg van deze nieuwe visie werd het programma Vincents Tekenlokaal herzien. De gemeente heeft besloten het beeldend onderwijs uit dit programma onder te brengen bij Factorium in Tilburg. Na gesprekken is overeengekomen dat het tekenlokaal in zijn huidige vorm stopt vanaf 2026, met 2025 als overgangsjaar.
